Toen de oorlog uitbrak, moest de Oekraïense Ariz Hasanov halsoverkop vluchten. Hij kwam alleen naar Nederland, leerde razendsnel de taal en bouwde een nieuw bestaan op. Inmiddels voelt hij zich thuis op het GLR en droomt hij van een toekomst in de journalistiek.
Drie jaar geleden ontvluchtte de vrolijke en veerkrachtige Ariz Hasanov zijn geboorteland Oekraïne vanwege de oorlog. Hij was pas zeventien toen hij in zijn eentje naar Nederland vertrok, op zoek naar veiligheid en toekomst. Inmiddels is hij twintig, volgt hij met plezier de opleiding Redactiemedewerker en vindt hij nieuwsgierig zijn weg in een nieuwe wereld. Ariz groeide op in een dorpje vlak bij Kiev, samen met zijn moeder en broertje. Toen hij begon aan een studie journalistiek, verhuisde hij naar de hoofdstad. ‘Samen met veel andere studenten woonde ik op de campus van mijn universiteit. Ik vond het studentenleven echt heel leuk en het ging goed op school. Ik mocht zelfs al afstuderen’, vertelt hij enthousiast.
Begin 2022 veranderde alles. De oorlog brak uit en Ariz keerde terug naar het dorp van zijn moeder, vlak bij een militaire basis. Daar was het te gevaarlijk om te blijven. Hij nam een moeilijk besluit: vluchten. Zijn moeder en broertje bleven in Oekraïne. ‘Mijn moeder vindt het eng om naar andere plekken te gaan waar ze de taal niet spreekt en de cultuur niet kent. Ze verhuisde liever naar een andere plek binnen Oekraïne’, legt Ariz uit. Via Polen kwam hij in contact met Nederlandse vrijwilligers, die hem hielpen naar Nederland te komen – samen met vijftig andere vluchtelingen. Voor iedereen was een gastgezin geregeld, behalve voor Ariz. Gelukkig kon hij tijdelijk terecht bij vrienden van een vrijwilliger in Bussum. Daarna volgden verhuizingen naar Woerden, Schoonhoven en uiteindelijk Nieuwerkerk aan den IJssel, waar hij nu al anderhalf jaar woont in een warm gastgezin. ‘Zij zijn echt mijn familie geworden’, zegt hij dankbaar.
Wat meteen opvalt aan Ariz is hoe goed hij al Nederlands spreekt. In nog geen twee jaar behaalde hij zijn B1-taaldiploma. ‘Ik dacht eerst dat het handig zou zijn om Engels te leren, maar dat vond ik zo moeilijk. Uiteindelijk vond ik Nederlands veel makkelijker’, zegt hij. Zijn geheim? Hij dompelde zich volledig onder in de taal en maakte veel Nederlandse vrienden. ‘Ook dat heeft echt geholpen’, lacht hij.
Ariz kijkt met dankbaarheid naar zijn nieuwe leven. ‘Als vluchteling heb je een reden om na te denken over je leven. Hoe kan ik mijn leven hier opbouwen? Hoe kan ik mijn leven beter maken? Ik ben van mening dat je dat doet door te investeren in jezelf, de taal te leren, naar school te gaan en werk te zoeken.’ En dat doet hij – met succes. ‘Ik heb geluk met mijn huis, vrienden, school en werk.’ Al is het duidelijk dat zijn eigen inzet minstens zo belangrijk was. Hij koos bewust voor verandering en greep elke kans aan om vooruit te komen.
Hoewel Ariz in Oekraïne bijna was afgestudeerd als journalist, begon hij in Nederland opnieuw aan de opleiding Redactiemedewerker op het Grafisch Lyceum Rotterdam. ‘Deze opleiding leek het meest op wat ik in Oekraïne deed’, vertelt hij. De overstap van een Oekraïense universiteit naar een Nederlandse mbo-opleiding was groot. ‘Van de docenten kregen we (Ariz is niet enige Oekraïense student die naar het GLR kwam, red.) veel ondersteuning. Ze vroegen ons hoe ze ons het beste konden helpen. We voelden ons gezien, en dat was heel fijn’, zegt hij met een glimlach.
Inmiddels voelt Ariz zich aardig thuis in Nederland: ‘Hagelslag eten, gedichten schrijven voor Sinterklaas en Koningsdag vieren, ik vind het fantastisch!’ Eén traditie blijft hem echter een raadsel: ‘Ik wil heel graag Nederlander worden, maar waarom zou je ooit een nieuwjaarduik doen?’ Ook op het GLR voelt Ariz zich veilig en geaccepteerd. ‘Ik word niet gediscrimineerd vanwege mijn taal. Ik vind het een hele fijne school en ik kan hier lekker mezelf zijn.'
Ariz droomt van een carrière in de journalistiek – het liefst bij het televisieprogramma Blauw Bloed. Hij is gefascineerd door het Nederlandse koningshuis en volgt alles wat daarmee te maken heeft. Ook de politiek boeit hem: ‘Ik zou ook graag nieuwsschrijver voor de Tweede Kamer willen worden.’ Toch blijft Oekraïne altijd in zijn hart. Als de oorlog voorbij is, wil hij graag zijn studie in Kiev afmaken. Hij noemt het Oekraïense woord dat hem het meest dierbaar is: мир. ‘Dat spreek je uit als “myr” en het betekent: vrede.’